Primair en secundair onderwijs
01 jan. 1970 - 01 jan. 1970
Gesubsidieerde scholen
Het primair onderwijs duurt zes jaar. Hetzelfde geldt voor het secundair onderwijs, dat wordt verdeeld in drie cycli van twee jaar. In België zijn de scholen in principe gratis, toch wat betreft het gesubsidieerde onderwijs, dat uit twee netwerken bestaat. Het netwerk afhangende van de staat wordt "officieel onderwijs" genoemd en is vrijzinnig terwijl het zogenaamde "vrije onderwijs" godsdienstig is (katholiek, joods, islamitisch, enz.) In de twee gevallen, zal de school aan de ouders een bijdrage vragen voor nazorg, schoolreizen en bepaalde buitenschoolse activiteiten, meestal van culturele of sportieve aard.
Het secundair onderwijs deelt zich op in veelvuldige richtingen. De leerlingen kunnen kiezen tussen meerdere opties naargelang hun capaciteiten of hun wensen. Elk diploma van een erkende secundaire school wordt aanvaard om daarna hoge of universitaire studies aan te vangen.
Privaat onderwijs
Er bestaat ook privaat onderwijs waar de programma's opgelegd door de competente autoriteiten niet als zodanig moeten gevolgd worden. Deze scholen krijgen geen subsidie en functioneren dankzij een minimum bedrag dat jaarlijks door elke leerling betaald wordt. Omdat het privaat onderwijs geen geldig diploma aflevert moeten de leerlingen een examen afleggen om het BCS (Basis Studies Certificaat) te behalen en het HSSC (het Hogere Secundaire Studies Certificaat).
Beroepsonderwijs
Tenslotte moet men weten dat de schoolverplichting afwijkingen voorziet vanaf de leeftijd van 15 jaar. Het merendeel van de jongeren die het traditionele onderwijs verlaten, keren zich ofwel naar een onderwijs waar het uurrooster van lessen veel minder is, namelijk op het niveau van het beroepsonderwijs (lager of hoger), ofwel naar het aanleren van een beroep (in het kader van een contract dat een theoretische vorming combineert met één of meerdere stages in een bedrijf), of nog naar een permanente vorming gegeven door de Middenklasse (in het algemeen spreken we hier over handel, verkoop) of door kleinere firma's. Op dat niveau biedt de Brusselse regio een grote waaier aan mogelijkheden, wat eigenlijk paradoxaal lijkt, gezien het hoge werkloosheidscijfer in de stad Brussel, vergeleken met de twee andere regio's.