De stegen van Brussel onthullen hun geheimen
Je bent er al tien keer voorbijgelopen zonder ze op te merken. De ingang ligt aan de Eikstraat, de Beenhouwersstraat en de Grasmarkt maar ze zijn zo discreet dat je ze nauwelijks opmerkt. Wist je dat er in Brussel 28 stegen zijn? Niet indrukwekkend als je de cijfers uit het verleden kent.
Een stukje geschiedenis
De Brusselse stegen kenden hun bloei in het begin van de 19e eeuw met de uitbreiding van de stad. De industrie explodeert en de vraag naar handwerk dringt zich op. Maar de arbeiders, ambachtslui en helpers van buiten de stad moeten onderdak hebben. De stegen zijn dan aangelegd in de buurt van hun werkplaatsen. Het fenomeen breidde steeds verder uit tot 375 stegen in Brussel.
Vandaag de dag vinden we de stegen rustig en boordevol charme, maar in de tijd waren de leefomstandigheden afschuwelijk. De arbeidersklasse werd er opeengepropt. Tweehonderd mensen leefden soms samen in die doodlopende straten waar ze een latrine deelden. De gelukzakken hadden rechtstreeks toegang tot een waterpomp. Maar ze leefden allemaal in ongezonde, lugubere ruimtes.
In de loop van de eeuw reglementeerde een wet de situatie en de stegen sloten de ene na de andere.
Sint-Jakobsgang, Zavel.
De stegen die het verleden van Brussel vertellen
Net zoals de straatnamen vertellen de namen van de stegen over het verleden van de stad. Ziehier enkele grappige anekdotes tussen legende en geschiedenis, die ons laten reizen in de tijd.
De Oestersgang
De Oestersgang geeft uit op de Kolenmarktstraat. Daarvoor werd het Mosselgat, trou aux moules, genoemd. Toen de Zenne nog tot in het stadscentrum kwam, meerden de boten er aan om mosselen te lossen. Vandaag doet de Oestersgang vooral dienst als parking.
Diezelfde steeg is vandaag de bekendste voor de stadslegende waarvan ze het theater is. Een verslaafde, overleden door een overdosis, zou er begraven zijn.
De Poppegang
Vooraleer deze steeg ter hoogte van de Kaasmarktstraat 19 (de pitastraat) de Poppegang werd genoemd, was het de Draeckenganck. Volgens de legende bevond zich daar de grot van een draak die terreur rondstrooide. Het is ook op die plaats dat de draak is overwonnen door Sint Gorik.
Halverwege de 19e eeuw is de steeg omgedoopt in Poppegang, verwijzend naar de speelgoed- en poppenhandelaars die er woonden.
De Peerlemoergang
De legende van de Peerlemoergang, die vandaag niet meer bestaat, vertelt het verhaal van een jonge kantwerkster, Gertrude Bawers. Haar vader, leidekker van beroep, valt van een dak. Op zijn sterfbed laat hij Claude, de verloofde van Gertrude, beloven dat hij voor zijn meisje zal zorgen. Op een avond wordt de kantwerkster aangevallen door twee bandieten. Maar Claude, die het geroep van zijn liefste hoort, grijpt in en kan de overvallers afschrikken. De volgende dag brengt de prior van het klooster het koppel een beurs vol geld. Een mooi bedrag, betaald door de twee dieven als compensatie voor hun misdaad de dag voordien. Een zegen voor Claude en Gertrude die trouwden en een hoop geld hadden.
De stegen die Brusselse schatten verbergen
De stegen, dat zijn ook verborgen schatten om te ontdekken. Die discrete kleine straatjes verbergen vaak monumenten van het Brusselse leven. Op je ogen!
De musts
De bekendste steeg is zonder twijfel de Getrouwheidsgang. Niet alleen omdat je er het heel toeristische Delirium vindt met meer dan 3000 bieren op de kaart. Maar vooral omdat je aan het einde van het straatje een lid van de familie "Pis" vindt. Jeanneke, het kleine zusje van Manneken, plast er al bijna 30 jaar.
Om een must van de Brusselse folklore te ontdekken, moet je gaan naar de plaats waar de Sint-Petronillegang en de Schuddeveldgang samenkomen. Daar bevindt zich het Koninklijk Toone theater. De traditie van Brusselse marionetten is er sinds vorige eeuw vereeuwigd met drie spektakels per week. En als de marionetten rusten, kan je er een glas drinken in een tijdloos decor.
Een pintje in de steeg
De Brusselse steegjes herbergen ook de oudste cafés van Brussel. Plaatsen waar de "echte Brusseleirs" iets drinken in een rustiek decor. Let goed op dat je ter hoogte van Taborastraat 11 de ingang van de steeg niet mist, die je meeneemt tot bij "A La Bécasse". De herberg dateert van het einde van de 19e eeuw en schenkt lambiek, geuze en kriek in stenen kruiken.
De Sint-Niklaasgang leidt je naar een van de oudste Brusselse cafés: "Au bon vieux temps".
Onthulde geheimen
De stegen hebben nog geheimen te onthullen. Zoals de Poppegang met het kleinste huisje van Brussel. Een voorgevel van 2m75 en een oppervlakte van 70m² verdeeld over 4 verdiepingen.
De Impasse du Val des Roses heeft weg van een geheime tuin. Ze eindigt in een net gerestaureerde bedrieglijke fresco. Het fresco toont een bosrand, echter dan de natuur. Je hebt zin om het groen in te stappen voor een wandeling ver van de stad.
De Borgendaalgang herbergt een van de laatste middeleeuwse tradities van Brussel. In deze steeg komt het Groot Koniklijk Serment van Sint-Joris der Kruisboogschutters bijeen. In de tijd beschermden deze schutters de stad. Vandaag zijn ze tevreden met het verderzetten van de traditie van kruisboogschieten op doelen op 6, 12 of 20 meter. En voor de Brusselaars die hun folklore willen ontdekken, het museum van het Groot Koninkijk Serment is elke donderdag open van 20.00u tot 23.00u.
Vond je dit artikel leuk?
Deel het