De avonturen van Kuifje: referenties in Brussel

Ook al wordt Brussel niet expliciet vermeld, de stad is als watermerk aanwezig in de avonturen van de reporter van Le Petit Vingtième ("De Kleine Twintigste"). Hergé hield van Brussel en heeft er geregeld inspiratie opgedaan. We nodigen je uit om in de Brusselse straten in de voetsporen van Kuifje te stappen...

Enkele tips doen geloven dat Kuifje, vooraleer zich met de Kapitein en de Professor in Molensloot te vestigen, in Brussel woonde, meer bepaald in de Labradorstraat nummer 26. Je hoeft geen kaart op te diepen of op zoek te gaan op Google Street View, dit adres is rechtstreeks afkomstig van de verbeelding van Hergé. Sommigen trekken een parallel met Nieuwland in de Marollen, vlak bij de vlooienmarkt waar Kuifje de maquette van de Eenhoorn kocht om zijn appartement mee te decoreren... En wij, we willen het wel geloven.

Kuifje in het land van de Sovjets

Terug van hun eerste avontuur in Sovjet-Rusland, worden Kuifje en Bobbie aan het Noordstation als helden verwelkomd door een uitzinnige menigte. In 1930, het jaar waarin Kuifje in het land van de Sovjets verscheen, lag het Noordstation op het Rogierplein. In 1952 is het enkele honderden meters verplaatst.

Kuifje in Congo

I het tweede van hun 24 avonturen, trekken de reporter van Le Petit Vingtième en zijn trouwe compagnon richting Congo. Hergé was er zelf nooit geweest maar heeft zich goed gedocumenteerd. Met het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika beschikte hij over een uitgebreide informatiebron. De luipaardman die Kuifje bedreigt is gebaseerd op de sculptuur van Paul Wissaert, tentoongesteld in Tervuren. Opgelet, haast je niet naar tramhalte 24, het museum is de komende drie jaar gesloten wegens renovaties.

Het gebroken oor

Met Het gebroken oor blijven we in de museumwereld. Nu stappen we de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in het Jubelpark binnen om er de begeerde fetisj Arumbaya te vinden. Behalve een gebroken oor, verschilt de fetisj van Hergé op nog enkele andere punten van het origineel. Vind je hem? Breek hem niet om een hypothetische diamant te zoeken, de bewakers houden een oogje in het zeil... De afgietselwerkplaats van de musea daarentegen verkoopt kopieën aan redelijke prijzen (van de fetisj, niet van de diamant). Reken op 20€ voor een versie in wit plaaster en 45€ voor de versie met gekleurd patina.

De scepter van Ottokar

Brussel heeft Hergé uitgebreid geïnspireerd voor het decor van De scepter van Ottokar. In het begin van het album vindt Kuifje de documentenmap van Professor Halambiek op een bank in het Koninklijk Park. Geen twijfel meer bij de ontdekking van het paleis van Koning Muskar XII van Syldavië: het lijkt op heel wat vlakken op dat van Filip van België.

Maar daar blijven de Brusselse referenties niet bij! Het Syldavische dialect is een fonetische versie van het dialect uit de Marollen! Dat van de Marollen vind je bijna niet meer terug in de buurt van het Vossenplein, maar het heeft de oren van de kleine Georges Remi gewiegd. Eih bennek, eih blavek. Ik ben er, ik blijf er!

De geheimzinnige ster

Vooraleer naar de Noordpool te trekken met Kapitein Haddock, ontdekt Kuifje in de telescoop van Professo Calys de meteoriet die de aarde bedreigt. Uiteraard speelt dit alles zich af in Ukkel, onder de koepels van het Koninklijk Meteorologisch Instituut.

Het geheim van de eenhoorn

Voor het begin van het album is Hergé geïnspireerd door de vlooienmarkt op de Zavel. Een plaats die je zeker moet bezoeken voor haar typisch Brusselse en bonte sfeer, op zoek naar een maquette van een boot die misschien een mysterieuze schatkaart verbergt... Een scene en een sfeer die Steven Spielberg perfect heeft herwerkt voor zijn film die uitkwam in 2011.

Ga, ook in de Marollen, eens op zoek naar het muurfresco dat gewijd is aan Quick & Flupke! Ook deze twee Brusselse ketjes zijn getekend door Georges Remi (Hergé).

De 7 kristallen bollen

Bij het doorbladeren van de 7 kristallen bollen moet je wel wat inzicht hebben om de Brusselse referenties te ontdekken. We zullen je wat helpen…

Je moet wel heel geconcentreerd zijn om op de achtergrond op pagina 20 het Hotel Metropole te herkennen. Op de voorgrond zie je een taxi die Marc Charlet naar zijn sinistere lot brengt, dat Rascar Capac voorbehoudt voor de leden van de expeditie Sanders-Hardmuth. De mummie van de Incaprins (pagina 31) is een noodlottige buur van de fetisj Arumbaya in de musea van het Jubelpark. 

De villa van Professor Bergamot, waar bij het openen van de kristallen bollen (pagina 28) de natuurlijke en bovennatuurlijke krachten losbarsten, ligt aan de Delleurlaan in Watermaal.

Tot slot, Bruno, de koning der illusionisten, voert zijn show op in een zaal van Music-Hall, die ons doet denken aan het Théâtre du Parc of de Koninklijke Opera van de Munt.

De gefotografeerde albums zijn beschermd door het copyrigt Hergé / Moulinsart 2014